vrijdag 25 januari 2019

Bruinvis

In mijn boek De Batavier beschrijf ik hoe de hoofdpersoon op zee een ontmoeting heeft met dolfijnen en later met een potvis. Die beelden zijn geput uit mijn eigen herinnering: dolfijnen die 's nachts in een lichtende zee gloeiende sporen trekken, en een potvis die vlak voor mijn schip even boven kwam en zijn enorme zwarte staartvin liet zien voordat hij diep wegdook.



Dolfijnen zie je op zee wel vaker, maar in Nederlandse kustwateren heb ik ze nog nooit ontmoet. Wel bruinvissen, die je soms op grote afstand een paar keer boven ziet komen. Maar eenmaal zag ik ze dichtbij. Enkele jaren geleden zeilden mijn vrouw en ik op de Grevelingen, op weg van Brouwershaven naar Bruinisse met als eindbestemming Antwerpen. We waren nog maar juist vertrokken uit Brouwershaven, toen ik langszij iets hoorde snuiven en een grote, gestroomlijnde zwarte vorm zag opduiken.


Uiteindelijk bleken het drie bruinvissen te zijn, die kwamen stoeien op de boeggolf van onze zeilboot. Ik kon ook goed zien hoe ze ademhalen, onderduiken en weer bovenkomen. Bij het opduiken zie je eerst onder water een donkere schim en een bellenbaan van de uitgeademde lucht. Dan duiken ze op en hoor je de inademing als een kort snuivend geluid, gemaakt met het neusgat midden op de kop. Soms blijven ze even boven, maar meestal zijn ze direct weer verdwenen.


Het was bijna een ontmoeting met een buitenaards wezen, in ieder geval een glimp van een heel andere wereld waarvoor we normaal de kans niet krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten