Als zeevarende ben ik in de jaren ‘70 in Zuid- en West-Afrika
geweest. Ik zal eerlijk zijn: destijds keek ik nog sterk vanuit het Europese
perspectief naar Afrika, hoewel ik ook toen al niets begreep van de apartheid
in Zuid-Afrika. Wij vervoerden Westerse producten naar Afrika, en veelal
boomstammen en wat tropische producten terug. Zo heb ik ook een bijdrage
geleverd aan het slopen van het regenwoud.
|
boomstammen laden bij Campo, Kameroen, 1978
|
Afrika is eeuwenlang als roofgebied gezien - je kon er
grondstoffen, tropische producten en mensen halen. Plaatselijke machthebbers
werden omgekocht door gewetenloze handelaren en deden er actief aan mee, lees
er de boeken over de slavenhandel maar op na. De gevolgen zijn er nog steeds:
Afrika is een rijk continent met een enorm potentieel, maar het wordt
verscheurd door oorlogen en de mensen zijn er slecht aan toe. Driekwart heeft geen
vast werk en geen vast inkomen, het zijn veelal dagloners die bij de minste tegenslag
hun kinderen niet te eten kunnen geven.
|
Jamestown, Accra, 2012
|
Het probleem is dat bijna niemand in Afrika investeert, het
leegroven gaat gewoon door: grote Westerse en Chinese multinationals zijn de
grootste boosdoeners. Een nieuwe kolonisatie, waar ook wij nog steeds van
meeprofiteren. Er wordt vaak gewezen naar de corruptie van Afrikaanse machthebbers,
die dat allemaal mogelijk maakt. Maar volgens mij is het een kip-ei probleem,
een vicieuze cirkel van verwerpelijke uitbuiting die nog steeds niet is
doorbroken.
Een voorbeeld
Onlangs stond er in mijn krant een artikel van een
Zuid-Afrikaanse professor over het feit dat er in Afrika nergens meer vaccins
worden ontwikkeld voor infectieziekten. Er zijn enkele initiatieven geweest,
die door ‘financieringsproblemen’ zijn stopgezet. Ook nu, tijdens de Covid-19
epidemie, wordt Afrika alleen als proeftuin gebruikt voor vaccins, die elders
worden ontwikkeld. Alles wordt buiten Afrika gemaakt en op onze voorwaarden
verkocht in Afrika. Medicijnen en vaccins zijn duur. Dat geldt niet alleen voor
medische toepassingen, maar voor vrijwel alle verworvenheden van de hedendaagse
wereld.
Vind je het gek dat het continent zo arm is en jonge mannen
door hun familie op reis worden gestuurd naar Europa, in de hoop dat daar werk
te vinden is, waarmee ze geld naar huis kunnen sturen? Europa, waar ze tegen
hekken oplopen en in permanente armoede en onzekerheid in het kamp blijven
zitten. Eigen schuld zeker, dan moeten ze maar daar blijven. Toch?
|
vismarkt in Elmina, 2012
|
Er zijn gelukkig uitzonderingen, waarbij de plaatselijke
bevolking een kans krijgt. Een vriend van ons werkte lange tijd in Ghana. Hij wist
een stuk regenwoud te redden in het Atewa-gebergte, waar een Chinees bedrijf
achteraan zat omdat er 20 meter bauxiet onder ligt. Het bos is waterwingebied
voor Accra en de plaatselijke economie profiteert van ecotoerisme. Onze vriend
rekende de plaatselijke ‘chief’ voor dat op lange termijn het inkomen uit het
bos groter zou zijn dan wanneer hij het zou verkopen aan de Chinezen. Er is nu een
beweging gaande om het gebied de status van nationaal park te geven. Beter dan
dat het wordt leeggeroofd door een Chinese mijnmaatschappij.
Afrika 1976
Ik herinner mij nog dat in Kaapstad een dief aan boord werd
betrapt. Dat wil je natuurlijk liever niet hebben op een schip, maar alles wat
de arme sloeber had gepikt was een wekkertje uit de hut van de eerste stuurman.
Ik had het twijfelachtige genoegen om de toenmalige Zuid-Afrikaanse politie aan
boord te mogen ontvangen, twee - witte - kleerkasten in een lichtblauw uniform
met shorts en platte petten, vergeleken bij wie de dief er nog onschuldig
uitzag. Hij was een ‘Kaapse kleurling’, nazaat van de oorspronkelijke bewoners
(de San) en de Hollandse kolonisten. Het eerste dat de dienders deden was de
dief met zijn hoofd tegen het stalen schot kwakken. Toen ben ik er tussen
gesprongen, zeggend dat ik dat niet tolereerde op een Nederlands schip. De
mannen spraken Afrikaans (een vorm van Nederlands) en begrepen mij haarfijn. De
arrestant werd geboeid en afgevoerd, en wat ze later aan wal met hem hebben
uitgespookt weet ik niet. Hij zal wel een pak slaag hebben gekregen.
|
Franse kerk in Kribi, Kameroen
|
In West-Afrika was nog sterk de koloniale invloed te zien.
Op sommige plekken is dat misschien nog steeds zo. In 1978 kwam ik in Senegal,
Ivoorkust en Kameroen. De Franse invloed was daar zo sterk, dat er Franse
hotels en appartementencomplexen waren voor de vele Franse expats die daar
werkten. Dakar (Senegal) leek wel een Franse stad aan de Côte d’Azur. In
Abidjan (Ivoorkust) was het stadscentrum een verzameling torenflats, omgeven
door armoedige krottenwijken.
|
Elmina, Ghana, 2012
|
Fort Elmina
In 2012 was ik terug in Afrika. In Ghana werden wij door Emmanuel,
een plaatselijke chauffeur, rondgereden in een gehuurd busje. Ik herinner mij
nog het bezoek aan de slavenforten van Cape Coast en Elmina. Vooral Elmina
maakte een diepe indruk. Het fort was van oorsprong Portugees (São Jorge da Mina) en is in de 17e eeuw door de Nederlanders veroverd.
|
de kerk in Fort Elmina
|
Uiteindelijk had de
West-Indische Compagnie een groot deel van de overzeese slavenhandel vanuit de
toenmalige ‘Goudkust’ in handen. Nederland was bijna het laatste land dat de
slavernij in de ban deed (1863, herdacht op 1 juli bij Keti Koti, de Verbroken Ketenen), hoewel de eindelijk vrijgelaten
mensen nog 10 jaar daarna op de plantages in Suriname moesten blijven werken.
Dat was zo bedongen door de planters. Het was geïnstitutionaliseerde
mensenhandel.
|
een van de kerkers onderin het fort
|
De kerk van het fort Elmina ligt pal boven de kerkers, waar
eeuwenlang het menselijk wrakhout was opgesloten, wachtend op het eerstvolgende
transport naar de Cariben en het Amerikaanse vasteland. Eeuwen later stinken de
kerkers nog naar menselijk vuil, er was in het midden wel een afvoergoot, maar
de stank zit in de vloer en de muren. Boven zongen de Hollandse slavenhalers
psalmen, terwijl beneden een oceaan van leed was.
Ik schaamde me dood.