maandag 27 november 2023

Mijnramp Suriname


Het nieuws was al snel weer verdwenen van de media. We kregen verkiezingen met een verrassende uitkomst, en in Gaza en Oekraïne woedde de oorlog voort.
 
Een week geleden, op 20 november, stortte in Suriname een goudmijn in, met zeker 15 slachtoffers tot gevolg. Dat is altijd een vreselijk drama, maar in een land met een kleine bevolking als Suriname, en zeker in de marrongemeenschap komt dat extra hard aan. De ramp voltrok zich bij Kamp 21 Pasi in het gebied van de Matawai, een marrongroep in het district Brokopondo in Suriname. Ik ben in 2022 in die omgeving geweest, een heuvelachtig gebied, kilometers verwijderd van de hoofdweg naar Atjoni. Je ziet daar vanaf de hoofdweg hier en daar onverharde zijwegen, die leiden naar afgelegen dorpen en mijnlocaties. Langs de weg zijn opslagplaatsen van uit het oerwoud gekapt hout.
 
bron: NOS

 
 
Concessie en rechten op de grond
 
Voor een deel van het gebied van de Matawai, gelegen in het oerwoud, is aan de Chinese multinational Zijin Mining Group een concessie afgegeven voor het delven van goud. Over het afgeven van zulke concessies door de Surinaamse overheid  is veel te doen, omdat het dikwijls over de hoofden van de plaatselijke bevolking heen gebeurt. De rechten op de grond in het binnenland zijn vaak onderwerp van conflict. Er is veel spanning tussen Paramaribo en de mensen in het binnenland, niet verbazingwekkend als je bedenkt dat Suriname rijk is aan mineralen en de marrons en inheemsen vaak aan het kortste eind trekken ten aanzien van de opbrengsten. 
 
bron: DWT online

 
 
Buitenlandse mijnmaatschappijen graven met toestemming van Paramaribo in het oerwoud, waar de plaatselijke bevolking recht op doet gelden. Tenslotte wonen zij daar al eeuwenlang en liggen die rechten vast in verdragen, ooit gesloten met de koloniale overheid. De armoede in het binnenland is groot, en daarmee ook de verleiding voor de mensen om zelf te gaan graven naar goud in gebied dat de overheid in concessie heeft gegeven. En tot slot zijn er ook illegale Braziliaanse goudzoekers, die her en der in het oerwoud graven. 
 
Doordat alles in afgelegen gebied plaatsvindt en de Surinaamse overheid nauwelijks middelen heeft om toezicht te houden, of zelfs de andere kant op kijkt, is er sprake van een wildwest-situatie. Met de veiligheid van deze informele mijnbouw is van alles mis, om maar niet te spreken van de kwikvervuiling van de rivieren en de criminaliteit. Nog op 14 november meldde de Surinaamse krant De Ware Tijd een dodelijke schietpartij in een goudzoekerkamp.
 
Risico’s van kleinschalige mijnbouw
 
De goudwinning vindt meestal plaats in ‘dagbouw’ – diepe gaten die vanaf de oppervlakte worden gegraven om bij de goudafzetting te komen. Om dat veilig te doen, moet de grond trapsgewijs worden afgegraven met zwaar materieel. Dat wordt door een mijnmaatschappij meestal op een veilige manier gedaan, hoewel daarmee een groot areaal aan oerwoud wordt opgeofferd. Kleine goudzoekers graven vaak rechtstreeks de diepte in, zonder te letten op de helling van het gat dat zij graven. Dat heeft te maken met beperkingen in het materieel dat ze kunnen betalen en ook met de wens om snel bij een rijke goudafzetting te komen. 
 
bron: DWT online

 
 
Bij de instorting van de mijn van Kamp 21 op 20 november is dat laatste waarschijnlijk de oorzaak geweest. Ook bij de reddingswerkzaamheden moest voorzichtig worden gehandeld om verdere aardverschuivingen te voorkomen. Het cynische van deze ramp is dat kort tevoren mijnwerkers van die locatie waren weggestuurd vanwege de veiligheid, en er op de dag van de ramp een bespreking was tussen vicepresident Brunswijk, minister van Justitie en Veiligheid Amoksi, en de leiding van de Zijin mijnmaatschappij, die de concessie heeft. 
 
Regulering of het gebrek daaraan
 
Volgens de Surinaamse krant De Ware Tijd lijkt de Surinaamse overheid niet bij machte te zijn om greep te krijgen op de goudwinning en de veiligheid van de kleinschalige mijnbouw te garanderen. Lezend in die krant heeft dat te maken met tekort aan middelen voor toezicht, de algemene werkloosheid en armoede in het binnenland, maar ook met spanningen in de regering zelf. Zo zou Brunswijk, die zich opwerpt als pleitbezorger van de marrons, eerder geneigd zijn om kleinschalige mijnbouw onder onveilige omstandigheden te laten voortbestaan dan om de sector te reguleren. Toch wordt er binnen de Surinaamse overheid wel degelijk in kaart gebracht wat er zou moeten veranderen. 
 
 
De slachtoffers waren veelal jonge mannen, die kennelijk uit armoede naar goud zijn gaan zoeken. Met scholing en het creëren van werkgelegenheid zouden de mensen in het binnenland beter gebaat zijn en misschien niet eens naar goud hoeven zoeken. Maar de crisis waarin de Surinaamse economie zich bevindt maakt het er niet gemakkelijker op. Het land zit volledig aan de grond.
 
Crowdfunding
 
Mariska de Jong in Haarlem heeft een crowdfundingactie opgezet om te helpen de slachtoffers te herdenken en een waardige uitvaart te geven. Als u wilt bijdragen, kan dat HIER.

zaterdag 18 november 2023

De balans en de verwarring

Acht jaar schrijverschap

Twee verschillende posts op één dag, dat is nog nooit vertoond!

Toen ik op mijn 64e jaar voorzichtig begon te schrijven aan een thriller, kon ik niet vermoeden waar het op zou uitdraaien. En als ik, vier uitgegeven boeken en acht jaar verder, probeer de balans op te maken slaat de verwarring toe. Niet alleen over mijzelf en over mijn boeken, maar ook over de wereld, die in deze acht jaar onherkenbaar is veranderd.

Mijn eerste manuscript heette De Regeling, een thriller over raadselachtige gebeurtenissen op de Waddenzee die blijken samen te hangen met vrouwenhandel, en de daaropvolgende harteloze houding van de overheid. Uiteindelijk is dit boek
in 2021 verschenen als Het Transportruim na de publicatie van mijn debuut De Batavier in 2019.

Met De Batavier keek ik voor het eerst voorbij de grenzen van een thriller naar wat er elders in de wereld gebeurt. Hoofdpersoon Mark Schouten zeilt naar Griekenland en Turkije en raakt verwikkeld in de vluchtelingencrisis van 2015 - 2016. Dankzij een tweede druk is De Batavier nog leverbaar via de boekhandel.

Het Transport werd in 2022 gevolgd door Drie Meter Zand, dat zich deels afspeelt in de tijd van Napoleon en eindigt als een hedendaagse thriller. Drie Meter Zand scoorde hoog in de Vrij Nederland Thriller- en Detectivegids, en is inmiddels vrijwel uitverkocht. We denken aan een heruitgave middels 'printing on demand', zodat het boek leverbaar blijft. Hetzelfde geldt voor Het Transport, dat midden in de coronatijd verscheen en daardoor nauwelijks kon worden gepromoot, maar toch is uitverkocht.


Mijn laatste titel heet zoals bekend Anansi, een historische roman tegen de achtergrond van de slavenhandel van de West-Indische Compagnie. Anansi is na vijf maanden al bijna uitverkocht; een herdruk is aanstaande. Evenals bij De Batavier kwam er een grote bestelling van NBD Biblion, zodat Anansi in vele openbare bibliotheken staat. Anansi is, dank zij de steun van Mariska de Jong in Haarlem, ook goed ontvangen binnen de Surinaamse gemeenschap in de regio Kennemerland.

Promotiepijn

Het promoten van een boek is een niet te onderschatten uitdaging. Toen ik in 2018 met twee manuscripten onder mijn arm zocht naar een uitgever, sloegen overal de deuren
voor mijn neus dicht. Sommige uitgevers reageerden niet eens, en eenmaal kreeg ik een ronduit botte reactie. Kennelijk zat niemand te wachten op alweer een beginnende auteur die probeerde zijn boeken te slijten. Via een omweg kwam ik in contact met Hanneke van de Water, die de manuscripten redigeerde, optrad als mijn persagent en het pad effende naar uitgeverij Palmslag. Soms is het goed om een omtrekkende beweging te maken...

Naamsbekendheid is alles voor een auteur. Dat ontstaat door het geven van presentaties, het bezoeken van schrijversmanifestaties en symposia, het onderhouden van een website en een blog, en het actief zijn op sociale media. Het is niet mijn favoriete bezigheid, want ik heb een bloedhekel aan borstklopperij en aandachttrekken, en ook is het rendement van al die geïnvesteerde tijd en moeite zeer beperkt. Het voedt mijn verwarring: is dit het wel waard?


Het geven van presentaties en lezingen over mijn werk geeft mij gelukkig wel energie, maar ook daarvoor moet je stad en land afstruinen alvorens je een kans krijgt, zelfs na jarenlange schrijfactiviteit en vier redelijk succesvolle boeken. Kortom: schrijven is leuk, maar promotie is een frustrerende en vaak doodvermoeiende bezigheid. 

Evenals de meeste andere auteurs blijf ik onder de radar van de media, die alleen oog lijken te hebben voor een select groepje gevestigde schrijvers, zelfs als je bliksemsnel inspeelt op de actualiteit. Want wat is de nieuwswaarde van een nieuw boek van een betrekkelijk onbekende romanschrijver in vergelijking met een interview met een gevierde auteur, of berichtgeving over maatschappelijke drama’s, of verkiezingen, of oorlogen net over de grens? 

De veranderende wereld

Laten we wel wezen, de maatschappij verandert momenteel in een razend tempo. De democratie staat al jaren onder druk en de polarisatie is zorgwekkend. Of Pieter Omtzigt dat in zijn eentje gaat veranderen is maar zeer de vraag, want het neoliberalisme is nog lang niet dood en hij lonkt al naar de VVD, die onderdeel is van het probleem, niet de oplossing.

Op de hoogte blijven van de maatschappij en de wereld om je heen is voor elke auteur van vitaal belang. Ik zal wat voorbeelden geven. Vier jaar geleden begon ik aan een boek over een wereld die in chaos wordt gestort door iets dat niemand had voorzien. Kort daarop verscheen Covid op het toneel en was een heel andere wereldwijde crisis een feit. Het onvoltooide manuscript ligt nog steeds op de plank, want in die tijd zat niemand te wachten op een verhaal over een hypothetische ramp. In plaats daarvan zocht ik het in het historische thema van Drie Meter Zand, dat in die periode ontstond.



Met het slavernijthema van Anansi was ik wel op tijd - het verhaal was ingegeven door mijn afschuw over de kerkers van het slavenfort Elmina in Ghana, en met adviezen vanuit de Surinaamse gemeenschap lukte het om het boek uitgegeven te krijgen in juni 2023, op tijd voor het herdenkingsjaar van de transatlantische slavernij. Ik bundel nu mijn krachten met Mariska de Jong, zij om het erfgoed van de Marrons op de kaart te zetten, en ik om mijn boek Anansi te promoten, dat daaraan raakt.

Alweer oorlog

Na decennia van schouderophalen over conflicten ver van ons bed, lijkt Europa nu eindelijk wakker geschrokken van twee verschrikkelijke oorlogen in Oekraïne en Gaza. Terugkijkend is het sinds de val van de Muur nooit rustig geweest in de wereld: denk maar aan Bosnië, Irak, Georgië, Tsjetsjenië, Afghanistan en Syrië. Maar met Oekraïne staat de oorlog aan de grenzen van Europa, en met Gaza is wederom de lont in het kruitvat van het Midden-Oosten gestoken. Een-nul voor terreurbeweging Hamas, hoe je het ook wendt of keert.

Al die conflicten worden gekenmerkt door buitensporige wreedheid en oorlogsmisdaden. De meeste Syrische opstandelingen waren en zijn geen aardige jongens, evenmin als de Taliban, Daesh of Hamas en Hezbollah. Ook Oekraïne heeft vast geen schone handen, hoewel Poetin onmiskenbaar de agressor is. Maar het op grote schaal bombarderen van burgerdoelen is een oorlogsmisdaad. Poetin, Assad en Netanyahu volgen dezelfde tactiek: ziekenhuizen, scholen, woonwijken en markten bestoken, met tienduizenden doden als gevolg. En altijd met het argument dat de tegenpartij zich tussen de bevolking verschuilt. De waarheid is het eerste slachtoffer in elke oorlog.

 

Wat oorlogshitsers en agressors niet willen inzien is dat een volk nooit zal worden gebroken door bombardementen of etnische zuivering. Veeleer voedt dat verzet en gevoelens van wraak. Dat gold voor de Blitzkrieg op Londen en Coventry, het gold voor Dresden en Hanoi. Het geldt ook voor Marioepol, Aleppo en Gaza.

Zal ik in een volgend boek inspelen op een van deze conflicten? Zal ik iets schrijven over het Midden-Oosten van een halve eeuw geleden, toen ik zelf in oorlogsgebied voer? Ik wacht nog maar even af, want mijn verwarring groeit nog steeds. 



Een schrijversfestival en een symposium

Op 12 november bezocht ik het schrijversfestival georganiseerd in het Dorpscentrum in Oegstgeest, op een steenworp afstand van mijn woonadres in Leiden. Ik voel mij altijd wat ongemakkelijk in een volslagen onbekende groep, maar desondanks vond ik al snel aansluiting. Ik sprak iemand van de Rijnlandse Boekhandel, waar ik vier inkijkexemplaren van mijn boeken mocht neerleggen, maakte kennis met Kees Oudendijk, wethouder van (ondermeer) Cultuur, die mij vroeg welke van mijn vier boeken ik hem zou aanbevelen. Uiteindelijk leek hij een voorkeur te hebben voor Drie Meter Zand.

Ik luisterde naar Willem de Bondt, die aan de hand van foto’s op treffende wijze voordroeg uit zijn dichtbundel Evenbeelden

uit: Evenbeelden, van Willem de Bondt

Tevens ontmoette ik Inge de Bever, auteur van de autobiografische roman Moederland, die een mooie presentatie gaf over haar boek. Ik heb een exemplaar door haar laten signeren en het boek later die week in één adem uitgelezen. Een aanrader, dat boek over de cultuurverschillen met haar Turkse schoonmoeder en hoe zij over de jaren heen nader tot elkaar kwamen.

Moederland van Inge de Bever, ISBN 9789028291102

Tot slot heb ik contact gelegd met de Schrijverskring Oegstgeest, die de activiteiten wil uitbreiden in de omgeving. Ook naar Leiden, dus ik hoop op een spoedige uitnodiging om daar kennis te gaan maken.

Tijdens het Symposium 'Sporen van slavernij' op donderdag 16 november 2023 in Leiden, brachten de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) literaire stemmen en onderzoekers die zich bezighouden met het slavernijverleden met elkaar in dialoog. Ik had mij aangemeld en heb in de zaal geluisterd naar lezingen en voordrachten. De lezing Slavernij en Emancipatie van de Amsterdamse historicus Alex van Stipriaan was mij uit het hart gegrepen, omdat hij een groot deel van mijn eigen onderzoeksveld raakte. Het viel mij op dat hij wat minder belang hecht aan de periode van het Staatstoezicht (1863-1873) volgend op de afschaffing van de slavernij dan gebruikelijk in Surinaamse kringen.



 

Nieuw voor mij was wat Margo Groenewoud vertelde over Luizen in de Pels, een verhaal over anti-koloniaal activisme, dat zich vooral buiten het Caribisch gebied ontwikkelde, in het kielzog van de migratie van mensen van Curaçao en Aruba naar ondermeer Venezuela en de VS. Dat activisme werd in Caribisch Nederland en in Suriname genadeloos de kop ingedrukt (denk aan de deportatie van Anton de Kom uit zijn moederland Suriname in 1934), maar kon alleen daarbuiten vaste voet krijgen.

Ellen Ombre en Radna Fabias droegen voor uit eigen werk en werden daarna geïnterviewd. 

Ellen Ombre las voor uit haar boek Last en sprak ondermeer over haar Joodse en haar zwarte voorouders in Suriname. In Last doet een jonge Surinaamse vrouw, in navolging van haar vader, onderzoek naar Joodse plantagehouders in Suriname en daarmee ook naar haar eigen roots. 

Radna Fabias droeg een indringend gedicht voor uit de bundel Habitus, dat bij mij vooral een goed sfeerbeeld opriep over de stoffige, armoedige buitengebieden op Curaçao, de positie van de vrouwen en hoe het eiland door de toeristen wordt uitgemolken. In Habitus speelt identiteit een rol, het gaat ondermeer over de worsteling van de migrant met het leven tussen twee werelden en man-vrouwverhoudingen.

Persoonlijk had ik wat minder met de literaire aspecten van de interviews, maar ik ben wel gevoelig voor sfeerbeelden en de impliciete boodschap die deze auteurs brengen. De impact van het koloniale verleden op het heden is nog immer voelbaar.




maandag 30 oktober 2023

Promotieactiviteiten

Zaterdagmiddag 28 oktober heb ik een korte presentatie gegeven over ANANSI bij boekhandel De Kler in de Kempenaerstraat in Oegstgeest, op een steenworp van mijn huisadres. Het was een sterk ingekorte versie van de presentaties die ik eerder heb gegeven, aangepast aan de locatie, niet meer dan de videotrailer (zie onder) en een kort praatje van 10-15 minuten, wat voldoende was voor een staand publiek.

de setting
 

De mensen van de boekhandel hadden een keurige tafel neergezet met een bos bloemen en een stapel exemplaren van ANANSI en mijn eerdere boeken.

Ik had een TV meegenomen, die als beeldscherm en geluidsinstallatie diende voor een computer met de film, een presentatie en een diashow. En een Kente-kleed en een Ashanti-masker voor de aankleding.

presentatie

 

De presentatie werd goed bezocht, voornamelijk door vrienden en bekenden die nog niet eerder waren geweest. Ik ontmoette zelfs een naamgenoot - vermoedelijk hebben wij dezelfde voorouders, maar dan 200 jaar geleden.

boeken signeren
 

De winkel verkocht 12 exemplaren van ANANSI en nog twee andere boeken van mijn hand, die ik alle heb gesigneerd. Geen slecht resultaat voor een kleine presentatie als deze. 

Boekhandel De Kler in Oegstgeest zal het restant boeken nog een aantal dagen op voorraad houden. Mijn ‘banner’ van ANANSI staat bij de ingang.

 

Biblioteca Barlaeanorum

Nog niet vermeld is dat ik onlangs mijn oude middelbare school heb bezocht, het Barlaeus Gymnasium aan de Weteringschans in Amsterdam. Ruim 50 jaar geleden deed ik daar eindexamen, in 1970. Ik heb daar uitstekend onderwijs gekregen van prima docenten. 

Barlaeus Gymnasium, Amsterdam

 

De school heeft een boekencollectie van oud-leerlingen, de ‘Biblioteca Barlaeanorum’. Ze hadden al een exemplaar van De Batavier. Ik heb ze nu ook een exemplaar gebracht van Het Transport, Drie Meter Zand en ANANSI, zodat de collectie nu up to date is.

Biblioteca Barlaeanorum

 

De toekomst

Presenteren voor publiek is leuk: het delen van alle kennis die ik heb vergaard over de transatlantische slavenhandel. Het is een prettige bijkomstigheid van het auteurschap.

Inmiddels heb ik voldoende presentatiemateriaal om zonder veel extra inspanning boekpresentaties en lezingen te kunnen geven. Een voordracht over historische perspectieven over de Transatlantische slavenhandel in de 17e eeuw. Of over de organisatie van de slavenhandel, en de zeevaart in vroeger tijden. De vroege geschiedenis van Suriname en de moord op de eerste gouverneur, Van Sommelsdijck. De rol van de Anansi-verhalen als erfgoed van de Marrons in Suriname. Of het werk van een auteur: hoe kom ik van een simpel idee tot een complete roman...


 

woensdag 25 oktober 2023

Hoe gaat het met mijn boeken?

Tot mijn plezier blijkt ANANSI goed aan te slaan bij mijn lezers. De eerste oplaag van 250 exemplaren is al vrijwel uitverkocht. Een klein deel is als presentie- en recensie-exemplaren weggegeven, maar het merendeel is verkocht via de boekhandel, aan de bibliotheken en door privéverkoop. Er zal op korte termijn een tweede oplaag moeten worden besteld bij de drukker.

Van mijn eerste roman De Batavier (2019) resten nog ongeveer 40 exemplaren, de helft bij de uitgever en de helft bij mij. Af en toe wordt er daar nog een van verkocht. Bij Het Transport en Drie Meter Zand (respectievelijk 3 en 4 sterren in de VN thrillergids) slaat de schaarste toe: wie nog een exemplaar wil bemachtigen, zal zich moeten haasten, want er zijn van beide nog slechts enkele beschikbaar. Misschien dat ik daar nog een oplossing voor zoek, echter pas nadat alle exemplaren zijn verkocht. Er liggen er nog een paar bij de havenwinkel in jachthaven Andijk.

ANANSI is dus prima ontvangen, zowel bij Nederlandse als Surinaamse lezers. Zo vertelde iemand mij dat het boek leest als een trein, en (over treinen gesproken) een andere lezer was zo verdiept in het verhaal, dat ze bij haar bestemming vergat uit te stappen en pas bij haar positieven kwam toen de trein weer de andere kant op begon te rijden! Nu is dat ook niet helemaal de bedoeling, maar het was wel een leuke anekdote…


 

De Engelse vertalingen van de vier boeken zijn inmiddels beschikbaar als paperback en Kindle e-book via Amazon. Dat verkoopt nog slecht, maar ik heb nog niets gedaan aan promotie-activiteiten bij Amazon. Dat ziet er een beetje schimmig uit, omdat je daar kunt adverteren, maar dan betaal je per muisklik op het boek op hun website.

Presentaties en andere promotie-activiteiten

Onlangs heb ik een presentatie gehouden van ANANSI in het wijkcentrum van de buurt waar ik woon. De opkomst was uitstekend: ongeveer 20 mensen kwamen naar mij luisteren. En aanstaande zaterdag (28 oktober) houd ik een korte presentatie en signeer ik boeken bij boekhandel De Kler in Oegstgeest. Er is daar al één exemplaar van ANANSI gereserveerd. De aankondiging is ook gedaan op het Platform Kunst, Cultuur en Erfgoed Oegstgeest:



 

Tevens heb ik contact gezocht met de openbare bibliotheek in Oegstgeest, om daar te zijner tijd een lezing te geven over de Anansi-verhalen en de slavernij. Die zal dieper ingaan op de achtergronden van mijn onderzoek, waarin ik verschillende verrassende ontdekkingen deed. Ik wacht met belangstelling op antwoord.

Daarnaast liggen er vermoedelijk nog enkele andere presentaties in het verschiet, waar alleen nog maar een voorzichtige verkenning voor is geweest.

Het slavernijdebat duurt nog immer voort

Onlangs verscheen er in het Leidsch Dagblad iets over de wens om in Leiden te komen tot een slavernijmonument. Dat is al jarenlang een heet hangijzer en onderwerp van veel strijd. Moet er wel zo’n monument komen? Hebben we niet al genoeg slavernijmonumenten in Nederland? Of moet het een algemeen monument worden voor het hele koloniale verleden? En hoe groot was de betrokkenheid van Leiden bij de slavernij? Er is een onderzoek gaande, dat over een jaar (…) uitsluitsel moet geven. We zullen het zien.

De gemoederen raakten weer behoorlijk verhit na dat artikel, want een inmiddels bekende tegenstander van alle aandacht voor het slavernijverleden stuurde weer eens een brief naar de krant waarin hij zijn mening niet onder stoelen of banken stak, zie onder, klik voor vergroting (uiteraard geanonimiseerd). 


 

Begin 2022 schreef hij al over de zieligheidsfactor van zwarte slaven in Suriname, en nu weer ziet hij slavernij als een (ik citeer maar weer) ethisch neutrale economische relatie. U leest het goed. Een ethisch neutrale economische relatie? De levensverwachting van een gezonde jonge man, die als ‘veldslaaf’ op een suikerplantage moest werken, was volgens sommige bronnen 8 jaar. Niet erg ethisch, vrees ik.

In twee opzichten heeft hij wel gelijk. Slavernij is van alle tijden, en onze hedendaagse welvaart is gebouwd op de slavernij uit het verleden. Daar is geen speld tussen te krijgen, maar vooral het laatste keert zich tegen hemzelf, omdat juist daarom erkenning is vereist en geen doofpot.


 

Mijn reactie verscheen vanmorgen in de lezersrubriek, tezamen met een brief van iemand van deels Antilliaanse afkomst, die het met deze tegenstander eens is. Op zich heeft zij wel een goed argument (er moet meer aandacht zijn voor discriminatie in de maatschappij), maar ze vindt dat de protagonisten van het slavernijdebat teveel in de slachtofferrol gaan zitten. Nu mag je dat vinden, maar helaas ben ik een andere mening toegedaan. Juist die discriminatie is (mede) het gevolg van de slavernij en ontmenselijking van hun voorouders. 

Toevoeging 26-10-2023: onlangs is door het Agency For Fundamental Rights (FRA) van de Europese Unie een rapport gepubliceerd getiteld 'Being Black in the EU'. Dit geeft onomwonden weer hoezeer discriminatie mensen van Afrikaanse afkomst nog steeds parten speelt, en dat dit de afgelopen jaren is toegenomen. Ik kwam erachter door een bericht op de NOS-website.

Dus wat is nu het probleem met de herdenking van het slavernijverleden? De auteur van het stuk over de ‘ethisch neutrale relatie’ vindt dat we onze kinderen een schuldgevoel aanpraten met monumenten en herdenkingen. Dat is nu net niet de bedoeling, hoewel hij het zo lijkt te voelen. Het moet in de geschiedenisboekjes staan en ruiterlijk worden erkend. Daar hebben monumenten en herdenkingen een functie in. Persoonlijk voel ook ik mij niet schuldig of aangesproken. Ik ben alleen onthutst door de verschrikkingen uit het verleden, omdat ik mij erin heb verdiept bij het schrijven van mijn boek.

Misschien moeten anderen dat ook eens doen, voordat ze zich uitspreken.


zondag 15 oktober 2023

Wie wind zaait, zal storm oogsten

De geschiedenis herhaalt zich

Tot nu toe heb ik er niet over willen schrijven, omdat er geen woorden zijn voor de wederzijdse wreedheden in Israël en Gaza. Maar misschien is het goed om te kijken wat de geschiedenis ons leert. Ik heb een klein stukje van die geschiedenis van dichtbij meegemaakt.

Yom Kippoer 1973

Precies 50 jaar geleden, in november 1973, kwam ik met een Nederlands vrachtschip aan in het Midden-Oosten, vlak na de kortdurende Yom Kippoer-oorlog, waarin Israël werd overvallen door een invasie op twee fronten vanuit Syrië en Egypte, en ternauwernood de aanval wist te keren. 

ms. Oostkerk, voorafgaand aan het vertrek uit Rotterdam, juni 1973


De toenmalige Nederlandse minister van Defensie Henk Vredeling leverde in het geniep, zonder medeweten van premier Joop den Uyl, wapentuig aan Israël, waar de Arabieren natuurlijk razend over waren toen hij zijn mond voorbij praatte op de televisie. Het gevolg was een olieboycot tegen Nederland en een reeks autoloze zondagen. En een boycot van mijn schip, toen we aankwamen in Latakia, Syrië. We werden daar verjaagd door een woedende menigte.

Driekwart van onze lading uit India en Sri Lanka was bestemd voor Libanon, Syrië en Libië. Na gelost te hebben in Barcelona, Marseille en Genua (waar ik mijn 22e verjaardag vierde) gingen we op weg naar Beiroet, nog steeds onzeker over de situatie. Tussen Kreta en Cyprus passeerden we onderweg een Amerikaanse vlooteenheid. 

Onze derde stuurman tekende in de zeekaart grote verboden gebieden waar mijnenvelden lagen en oorlog werd gevoerd; er waren alleen ‘veilige’ corridors opengelaten naar Beiroet en naar Latakia. Er werd op dat moment nog gevochten op de Golan-hoogte.

Beiroet, november 1973. Het ziet er nog vredig uit, maar dat zal een illusie blijken. De Libanese burgeroorlog (1975-1990) is ophanden.



We draaiden de sloepen buitenboord in hun ouderwetse klapdavits en sloten onze enige waterdichte deur (die tussen de machinekamer en de schroefastunnel). Het was wel duidelijk dat we oorlogsgebied in voeren. Hoe het afliep is te lezen op mijn website: 

https://www.tedpolet.com/pages/zv08.htm

Het is bijna een thema voor een nieuw boek. Misschien komt dat er nog een keer...

Wie wind zaait, zal storm oogsten

50 jaar later, na de intifada’s, continue beschietingen, aanslagen en wrede grensoorlogen is nu, na een weerzinwekkende aanval van Hamas in het zuiden van Israël, een al even weerzinwekkende vergeldingsoorlog van Israëlische zijde begonnen, waarbij een dichtbevolkt stedelijk gebied zwaar wordt gebombardeerd en afgesneden van elke hulp, in een poging Hamas te raken. De schaal van de wreedheden is verbijsterend, met duizenden doden aan beide zijden. 

Wie de achtergrond van dit conflict wil begrijpen, moet teruggaan naar de vlucht van honderdduizenden Palestijnen uit hun land in 1947-1949. Velen werden met geweld verdreven door de pas opgerichte staat Israël (een gruwelijk voorbeeld is de slachting aangericht door Israëlische moordcommando’s in Deir Yassin, 1947). Een van de verantwoordelijken was Menachem Begin, commandant van de Irgun, later premier van Israël. Anderen vertrokken op ‘uitnodiging’ van omringende Arabische mogendheden, die destijds dachten er hun voordeel mee te doen. De Palestijnen noemen dit nog steeds de Nakba, de catastrofe. Tegenwoordig noemen we dat een etnische zuivering, wat ik volgens sommigen ongetwijfeld niet mag zeggen. Nou, zoek de verschillen maar. What’s in a name.

vluchtelingenkamp Jaramana bij Damascus, 1948 (Wikipedia)


Na de Eerste Wereldoorlog werden Syrië, Libanon en Palestina in mandaat gegeven aan de Fransen en de Engelsen. In die tijd begon onder invloed van de zionistische beweging en met Britse steun (de Balfour Declaration) de migratie van de Joodse diaspora naar het beloofde land. En onvermijdelijk ontstonden al snel de eerste conflicten tussen Joodse kolonisten en Palestijnen, die niet onlogisch de kolonisten als indringers beschouwden. Toen de Engelsen de rem zetten op de kolonisatie, werden ze aangevallen door zionistische militanten.

Mogen we de door pogroms en holocaust geteisterde Joden een veilig land weigeren? Mogen we de Palestijnen een eigen veilig land weigeren? Wie het weet, mag het zeggen. De partijen staan onwrikbaar tegenover elkaar, elk gegijzeld door ideologische uitgangspunten en bittere haat gevoed door 100 jaar geweld.

Gevolgen van een Arabische autobom in de Ben Yehuda straat in Jeruzalem, 1948.

 

De twee-staten-oplossing, die ooit werd voorgesteld om de Palestijnen althans een deel van hun gebied terug te geven, is waarschijnlijk het enig mogelijke compromis, maar hoe krijg je twee compromisloze partijen weer aan tafel? 

De landroof, de ontmenselijking en de agressie door kolonisten in de sinds 1967 door Israël bezette gebieden gaat al decennia lang door, daarmee het monster van terrorisme bij de tegenstander voedend. 

Onderwijl stoken vreemde mogendheden zoals Iran, Rusland, Saoedi-Arabië, Qatar en de Verenigde Staten onvermoeibaar het vuur op, elk met hun eigen agenda.

Spotprent van de Noorse tekenaar Morten Morland. Netanyahu vermorzelt Gaza, terwijl ayatollah Khamenei de lucifer uitblaast, waarmee hij het vuur heeft aangestoken. Let op de figuurtjes van een vrouw en een kind, een silhouet tegen de vlammen.


Ik kies geen partij, ook al buitelen Westerse politici over elkaar heen om Israël steun te betuigen, in weerwil van de bloedige Israëlische vergeldingsacties op het terrorisme van Hamas en soortgelijke groeperingen. Oog om oog, tand om tand, zo zal er nooit een eind komen aan de spiraal van wraak. Niet alleen Israëlische kinderen, maar ook Palestijnse kinderen hebben recht om te leven. 

Rest mij om diep medeleven te betuigen aan de duizenden onschuldigen aan beide zijden, die wederom slachtoffer zijn van dit schier onoplosbare conflict.

Aanvullingen en correcties 4 november:

Het conflict is nog ingewikkelder dan ik mij eerst realiseerde, omdat de politieke verhoudingen in het Midden-Oosten bol staan van wederzijds wantrouwen tussen alle partijen, ook in de Arabische wereld. 

Zo is Hamas gelieerd aan de Soennitische Moslimbroederschap. De leiders van Hamas verschuilen zich in Qatar, dat al jaren probeert Saoedi-Arabië naar de kroon te steken. Een aanleiding tot de overval van Hamas op Israël van 7 oktober is vermoedelijk de toenadering tussen Saoedi-Arabië en Israël, die inmiddels is gestopt. In Qatar vinden ook besprekingen plaats tussen Hamas en Iran.

bloed aan hun handen: ontmoeting tussen de minister van Buitenlandse Zaken van Iran en Ismail Haniyeh, een kopstuk van Hamas, in Qatar op 14 oktober (bron: CBC News)

 

Hezbollah in Libanon is Sjiïtisch en wordt gesteund door Iran en Syrië, en hoewel er door Hezbollah strijd wordt geleverd tegen Israël, houdt deze groepering zich nog steeds in. Misschien dat de Amerikaanse dreiging daarmee te maken heeft en Iran op de rem trapt.

Inmiddels staat de teller in Gaza op 9000 doden, waarvan 3000 kinderen, tegen 1400 Israëlische slachtoffers. Alle proportie is verdwenen uit de Israëlische wraakoefening. Wanneer stopt het geweld van de oorlogshitsers aan weerszijden nu eindelijk? Niet alleen ik, maar de hele wereld wordt er beroerd van. Nederland wilde geen staakt-het-vuren eisen en heeft zich in de VN onthouden van stemming. Wat een schande. En de wereld kijkt in machteloos afgrijzen toe.