Nog anderhalve maand resteert tot de publicatie van mijn nieuwe boek ANANSI. De publiciteitscampagne is al in voorbereiding en de uitgever is bezig met de laatste vormgeving en de coverfoto. Die wordt gebaseerd op de onderstaande foto, maar wel met wat aanpassingen. Dat was nog een hele discussie, maar je moet een vormgever ook een beetje zijn ding laten doen!
De Surinamerivier bij zonsopkomst |
Er is geen boek dat mij uiteindelijk zoveel hoofdbrekens heeft gekost als Anansi. Toen ik vorig jaar in Paramaribo werd geïnterviewd door een journaliste van De Ware Tijd, vroeg zij mij of ik de slavernij niet te veel zou romantiseren. ‘Maak je geen zorgen,’ zei ik, ‘ik neem geen blad voor de mond.’ En dat heb ik ook niet gedaan, want ik heb geprobeerd een eerlijk verhaal te schrijven, zonder de verschrikkingen van het verleden kleiner te maken dan ze waren.
Dilemma’s en het krachtenveld
En
daarmee zijn we direct beland in de dilemma’s waarmee je als auteur wordt
geconfronteerd bij het schrijven van een verhaal als dit. Anansi is geen
geschiedenisboek, maar een historische roman over een rebelse zeeman en een
slaafgemaakte vrouw, die zich onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken voelen. Ik wilde vooral een mooi verhaal schrijven, en veel ervan is fictie, maar je moet de historische achtergrond nooit uit het oog verliezen.
Je moet wel eerlijk blijven in je keuzes en je huiswerk doen. De realiteit van het slavernijverleden is lastig te doorgronden, enerzijds door de tussengelegen honderden jaren, maar ook door de gevoeligheid van het onderwerp en het verhitte debat daarover, waarin de meningen vaak lijnrecht tegenover elkaar staan. Door je huiswerk te doen kun je daar een onderbouwde mening over vormen, en met enige tact en bescheidenheid is het meestal wel mogelijk om je in dat krachtenveld te bewegen.
Ik geef toe dat ik daar aanvankelijk nogal naïef in zat. Zo had ik de illusie dat je in een historische roman over dit thema misschien wel voorzichtig moest omspringen met je woordgebruik, maar dat bijvoorbeeld het woord ‘slaaf’ in de historische context niet al te zwaar zouden wegen. Tenslotte gebruikt de ‘grande dame’ van de Surinaamse literatuur Cynthia McLeod dat woord ook in haar boeken.
Ik kwam echter van een koude kermis thuis, want ik kreeg het dringende advies om dat toch maar aan te passen. Dus op de valreep ben ik twee dagen bezig geweest om het manuscript grondig te kuisen. Ik denk dat het aardig gelukt is, en misschien is het boek er wel beter door geworden, zonder het Nederlands teveel geweld aan te doen.
Desondanks heb ik mij af en toe afgevraagd of ik dit boek wel had moeten schrijven. Maar waarom niet? Ik heb het slavernijverleden diepgaand onderzocht en mijn conclusies getrokken. De afschuw die ik voelde in de kerkers van fort Elmina, bij de historische afbeeldingen van het tussendek van een slavenschip en de wreedheden op de plantages, en niet te vergeten de talloze publicaties en historische reisverslagen die ik heb doorgelezen, vroeg om een uitlaatklep.
De voorouders van de meeste Surinamers waren niet vrij zoals de mijne, tenzij zij de plantage ontvluchtten en kozen voor een onzeker leven in de wildernis. Veel Surinamers voelen zich sterk met hun voorouders verbonden en ik kan mij nauwelijks voorstellen wat het betekent als je betovergrootmoeder eigendom was van een zakenman, die haar straffeloos kon verkrachten of laten doodslaan.
Wie over de slavernij wil lezen, kan ik Wij slaven van Suriname aanraden, het boek uit 1934 van Anton de Kom, de Surinaamse auteur en Nederlandse verzetsman die sinds kort in de Canon van Nederland staat. Zijn moeder was nog in slavernij geboren en Anton de Kom vertolkte gevoelens die nog steeds bij vele Surinamers leven.
Volgens R.S. Rattray worden de West-Afrikaanse volksverhalen over de spin Anansi vooral ’s avonds bij donker verteld. Vaak hebben ze een morele boodschap of wordt er iemand in voor schut gezet. Daarom begint de verteller meestal met de disclaimer dat het niet meer dan een gerucht is dat hij toevallig heeft gehoord.
Evenals de vertellers over Anansi ontkom ook ik niet aan een disclaimer, want in de anderhalf jaar waarin ik Suriname heb bestudeerd, ben ik tot hooguit een fractie van de cultuur en de geschiedenis van het land doorgedrongen. Ik heb met dit verhaal alleen de verbinding gezocht, en of mij dat is gelukt, is aan u als lezer om te beoordelen.
Hieronder is de videotrailer voor ANANSI:
Anansi verschijnt naar verwachting op 12 juni bij uitgeverij Palmslag, ISBN 978 94 93245 87 7.
Beknopte literatuurlijst
A. Kappler, 6 jaren in Suriname, Schetsen en tafereelen uit het maatschappelijke en militaire leven in deze kolonie. W.F. Dannenfelser, Utrecht 1854, De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, DBNL 2006
Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, ISBN 978 9045 041094
Anton de Kom, Anangsieh Tories, ISBN 978 9045 045887
Gert Oostindie, Het paradijs overzee, ISBN 978 9067 181792
Karwan Fatah-Black, Sociëteit van Suriname, ISBN 978 9462 491625
Karwan Fatah-Black, Slavernij en beschaving, ISBN 978 6026 355028
Leo Balai, Slavenschepen van de West-Indische Compagnie (over de ramp met de Leusden), ISBN 978 90 5730 7294
P.C. Emmer, De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop, ISBN 978 9044 648508
Jos Fontaine, Zeelandia, de geschiedenis van een fort. Suriname en zijn historie deel 1, De Walburg Pers, Zutphen 1972
Herwin Hooplot, artikel over het Staatstoezicht in district Coronie: https://coronie.eu/wordpress/2017/06/staatstoezicht-slavernij-coronie-1863-1873/, bron: Op hoop van vrijheid. Van slavensamenleving naar Creoolse gemeenschap in Suriname, 1830-1880. (ISSN 0922-3630 SN 18). Dr. Ellen Klinkers, 1997
Akan-Ashanti Folk-Tales. Collected and translated by R.S. Rattray and illustrated by Africans of the Gold Coast Colony, 1930 (extract op Wikipedia)
Jane Harris, Sugar Money, ISBN 978 0571 336937
Cynthia McLeod, Hoe duur was de suiker, ISBN 978 9054 294481
John Gabriel Stedman, Reize naar Surinamen, https://nl.wikisource.org/wiki/Reize_naar_Surinamen_en_Guiana
Diverse andere bronnen over Ghana, de WIC en de slavenhandel op internet