zaterdag 25 februari 2023

ANANSI: de verhalen uit West-Afrika

Geen kinderverhalen, maar eeuwenoude Afrikaanse mythologie

Vraag een gemiddelde voorbijganger wat hij of zij van Anansi weet, en je krijgt gegarandeerd het antwoord dat het kinderverhalen zijn, dankzij de vele kinderfilms en -boeken over Anansi. Inderdaad zijn er kinderverhalen over Anansi, maar dat gaat voorbij aan de geschiedenis: de spin Anansi is een mythische figuur, van oorsprong een godheid uit de Akan-cultuur in West-Afrika, de zoon van de aardgodin Asaase, waarvan de geschiedenis eeuwen teruggaat.

Het woord Anansi betekent letterlijk ‘spin’ in het Akan, dat in verschillende dialecten zoals het Twi gesproken wordt in het hedendaagse Ghana en over de grens in Ivoorkust. De verhalen worden meestal bij donker verteld omdat je er eigenlijk bij daglicht niet over mag vertellen. Misschien wel omdat die verhalen het daglicht niet kunnen verdragen... 

dorpstafereel in midden-Ghana (copyright H.Schalkwijk)

 

Uit overgeleverde verhalen blijkt dat Anansi oorspronkelijk in West-Afrika de betekenis had van een schepper. In de sage waarmee voor de Akan-volken de geschiedenis begint, is de spin een godheid en een hemelbewoner. In sommige verhalen is Anansi oorspronkelijk de zon zelf, een enorme spin waarvan de zonnestralen het web zijn.

Begonnen als de zoon van de godin Asaase heeft de spin langzaam maar zeker een aards karakter gekregen. Dat begint met de draad waarlangs de spin vanuit de hemel afdaalt. Hij wordt dan gezien als bemiddelaar tussen de hemelbewoners en de aardbewoners. Later werd zijn aanwezigheid gezien als voorteken, zowel van goed als van kwaad. Ook wordt de spin overal beschouwd als ziekteverwekker. Door de eeuwen heen is hij van een god een slimme schurk geworden, vergelijkbaar met Reinaerd de Vos in de Europese cultuur

Anansi (Ted Polet)

De verhalen van Anansi zijn met de slavenhandel meegereisd naar Suriname en het Caribisch gebied, waar ze op de plantages de slaven moed gaven tijdens hun onderdrukking, doordat Anansi het door zijn sluwheid kan opnemen tegen machtige vijanden zoals de tijger (de jaguar heet 'tijger' in Suriname).  Anton de Kom heeft er een kleine verhalenbundel over geschreven: Anangsieh Tories

Op de Caribische eilanden heet hij Nanzi, of soms Aunt NancyEr is zelfs een verband te vinden met de verhalen over Brer Rabbit ('Broer Konijn'), die op de Noord-Amerikaanse plantages werden verteld (bekend zijn de verhalen van Uncle Remus, opgetekend rond 1880 door Joel Chandler Harris). Zo vecht Anansi met Teerpop, een kleverige vogelverschrikker, waar hij aan vast blijft zitten. Hetzelfde verhaal kennen we van Broer Konijn en het Pikjongetje. 

Afrikaanse verhalenvertellers beginnen vaak met de disclaimer, dat hun vertelling alleen maar een gerucht is, een verhaaltje waaraan je niet teveel aandacht moet besteden. Er zou eens iemand bij de toehoorders kunnen zijn, die zich aangevallen voelt! De verhalen worden veelal verteld in een grote kring, waarbij de verteller het verhaal onder grote hilariteit uitbeeldt met gebaren en gekke gezichten, en de toehoorders vragen stellen, of uitweiden over iets dat de verteller heeft gezegd

Er staan een paar goede voorbeelden van de Anansi-verhalen op de Nederlandse Wikipedia-pagina over Anansi. Ze zijn honderd jaar geleden in West-Afrika geïnventariseerd door Afrika-kenner R.S.Rattray.

de Surinamerivier in de schemering

Evenals de Afrikaanse vertellers heb ook ik een disclaimer, want ik heb misschien wel veel onderzoek gedaan, maar realiseer mij ook de beperkingen. Als auteur zonder Afrikaanse, Caribische of Surinaamse roots kun je eigenlijk nooit verder in de cultuur doordringen dan een paar millimeter, ‘skin deep’ dus. Mijn boek ANANSI is een verhaal dat nooit echt gebeurd is, maar wel tegen de achtergrond van de slavenhandel en de plantages. Ik heb dat zo goed mogelijk uitgezocht, maar ongetwijfeld veel over het hoofd gezien. Als ik fouten heb gemaakt kan ik hooguit zeggen dat het eerlijke fouten zijn.

Brononderzoek naar de slavernij

ANANSI heeft evenals mijn andere boeken als thema een ontluikende relatie tussen twee mensen uit verschillende culturen, die in weerwil van vervolging toch voor elkaar kiezen. Ik gebruik de slavenhandel in al zijn verschrikkingen als achtergrond voor het verhaal, maar het gaat vooral over de hoop op vrijheid die de hoofdpersonen verbindt, over liefde, trouw en doorzettingsvermogen en de offers die je voor elkaar brengt.

Ik heb anderhalf jaar aan het boek gewerkt en vaak getwijfeld aan de wijsheid van mijn keuze voor de koloniale slavernij als achtergrond, vooral omdat je het bij zo’n controversieel onderwerp eigenlijk nooit goed kunt doen: sommigen zullen vinden dat ik niet ‘woke’ genoeg ben (een verschrikkelijk woord trouwens, ik haat dat), anderen juist dat ik het verleden bezoedel. Daarom heb ik geprobeerd om bij mijn onderzoek met een objectieve blik te kijken naar al het beschikbare materiaal. Dat was best lastig: naarmate ik meer las over die zwarte bladzijde uit onze geschiedenis, werd ik er meer in meegesleept.

source: https://www.britannica.com/topic/slave-trade

Onlangs heb ik al mijn aantekeningen gebundeld in een enkel tekstbestand. Het bevat teksten van websites, artikelen van historici en extracten die ik zelf heb gemaakt - lijstjes met aandachtspunten na het lezen van boeken of websites. Het totaal aan tekst beslaat een duizelingwekkende 95000 woorden, evenveel als de omvang van ANANSI zelf.

Het vergelijken van al het bronmateriaal bleek een enorme klus, omdat er over de slavernij veel is geschreven en niet alles volledig of juist kan zijn. Auteurs van stukjes op internet praten elkaar soms na, of hun mening is gekleurd. Maar na het filteren van alle tegenstrijdigheden resteert een onthutsend beeld over de slavenhandel en de plantage-economie. Ik heb in ANANSI enkele gruwelijkheden beschreven, maar er is geen sprake van overdrijving. Integendeel, de werkelijkheid was vaak nog erger dan ik heb durven schrijven. Het boek moet wel prettig leesbaar blijven.

Nog steeds ontdek ik nieuwe bronnen, die sommige dingen die ik in ANANSI heb geschreven weer in een ander daglicht stellen. Dan slaat de twijfel weer toe: heb ik het wel goed beschreven? Kan het beter? Twijfel is het beste gereedschap van een auteur.

Wordt vervolgd.

woensdag 1 februari 2023

ANANSI en de slavernij

In november vorig jaar schreef ik overhet hoge woord’, doelend op de destijds aangekondigde slavernijexcuses van de Staat der Nederlanden. Over de datum van 19 december van de excuses van Mark Rutte zijn de meningen in Nederland en het Caribisch gebied verdeeld. Het was passender geweest om hiervoor 1 juli 2023 te kiezen, 160 jaar na het officiële einde van de slavernij, en 150 jaar na het einde van het Staatstoezicht op de vrijgelatenen in 1873.

bron: nationaal archief Curaçao/Caribisch netwerk

Of 19 december uit politiek opportunisme is gekozen, of omdat er voor de kerst nog even een agendapuntje moest worden weggewerkt zullen we waarschijnlijk nooit horen.

Er is een bewustwordingsfonds beloofd, maar wie gaat de nog steeds bestaande maatschappelijke gevolgen van de slavernij aanpakken, de armoede en de ongelijkheid? Daarover blijft het opvallend stil. Ik ben benieuwd of de komma waar Rutte over sprak, de metafoor voor het vervolgtraject van de excuses, een grote ruimhartige komma wordt of een héél klein kommaatje.

Compensatie voor de slavenhouders, niet voor de slachtoffers

In 1863 werden de slavenhouders in Suriname voor hun ‘schade’ gecompenseerd met 300 gulden per vrijgelaten slaaf (als ik het goed begrijp 200 gulden op de eilanden), maar die mensen zelf kregen niets. Zij moesten onder Staatstoezicht nog 10 jaar voor de planters blijven werken tegen een karig loon, en bovendien verviel de zorgplicht van hun voormalige eigenaar. De vrijgelatenen vervielen daardoor in nog grotere armoede en sommigen schijnen erom te hebben gesmeekt om maar weer in slavernij terug te mogen komen. Met de uitbuiting in de koloniën was het ook daarna niet gedaan. Over de contractarbeiders heb ik al geschreven, met de beruchte onderdrukking van de opstand van Mariënburg als voorbeeld.

afschaffing bij wet, 1863

ANANSI

Terug naar mijn nieuwe boek ANANSI, een historische roman tegen de achtergrond van de slavenhandel. Het manuscript ligt inmiddels bij de uitgever, na eerste redactie, vele malen lezen, herlezen en het aanbrengen van honderden kleine correcties. De geplande publicatiedatum is medio juni, kort voor Keti Koti, het feest van de gebroken ketenen. Tevens is de Engelse editie van het boek in vergevorderd stadium. Het plan is om deze na het verschijnen van het Nederlandse boek te publiceren.

coverontwerp

Het boek bevat vele historische elementen, die zorgvuldig zijn onderzocht en aan elkaar gesmeed als achtergrond voor een spannend verhaal. Zo spelen de muiterij in Paramaribo en de moord op Van Sommelsdijck in 1688 er een rol in. Het verhaal begint in Elmina aan de toenmalige Goudkust, het Afrikaanse hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie. Evert Adriaansz is een lastpak, een rebelse Amsterdamse zeeman die naar Elmina is gestuurd na een conflict over de dochter van een van de directeuren van de WIC. Daar aangekomen is hij ontdaan over de gruwelijke excessen van de slavenhandel. Hij zit daar moederziel alleen, zonder vrienden of vooruitzichten, maar na enige tijd ontmoet hij Efua, een jonge slavin.

Elmina, Ghana

Zij voelen zich zich onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken, maar de verboden relatie wordt ontdekt en het meisje wordt voor straf verkocht en op een schip naar Suriname gezet. Evert weet aan boord van een ander schip te komen en gaat na vele omzwervingen naar haar op zoek aan de overzijde van de Atlantische Oceaan, een barre zoektocht in de binnenlanden van het 17e-eeuwse Suriname.

bovenloop van de Surinamerivier bij Gunsi

De rode draad in ANANSI zijn de volksverhalen van de slimme spin Anansi, die in West-Afrika van moeder op dochter worden overgeleverd en met de slavenhandel naar Suriname zijn gereisd. Efua vertelt de verhalen die zij van haar oma heeft geleerd en neemt ze mee naar Suriname. Uiteindelijk zijn de verhalen over Anansi ook de sleutel tot de ontknoping van het boek.

Schrijven en onderzoeken

Hoe gaat het schrijven bij mij in zijn werk? Mijn manuscripten ontwikkelen zich ‘organisch’, als een soort boom met vele vertakkingen in alle richtingen voordat ik weet hoe het verder moet. Aan het begin van het project heb ik nog geen enkel idee hoe het boek gaat eindigen, maar het vervolg ontvouwt zich meestal vanzelf. Vaak krijg ik een ingeving en kan ik weer een paar hoofdstukken verder. En soms heb ik al lang een tafereel voor ogen dat ik ergens in het verhaal een plekje wil geven, zoals de hereniging tussen Mark en Leila in De Batavier, die plaats vindt in een armoedige Griekse dokterspost, waar hij ook zijn dochter voor het eerst ziet.

Voor mijn boeken doe ik veel onderzoek en vaak gaat dat gelijk op met het schrijven. Niet alles kan boekenwijsheid zijn, dus ik ga ook soms ter plaatse indrukken opdoen en met mensen spreken om de basis te leggen voor een authentiek verhaal. Ook gebeurt het omgekeerde, als het verhaal ontstaat naar aanleiding van indrukken die ik ergens op reis heb opgedaan.

slavenkerker in Elmina

Tien jaar geleden bezochten Henriette en ik Ghana, en de afschuw die ik voelde in de slavenkerkers van het WIC-fort in Elmina heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het ontstaan van het thema van ANANSI. Vorig jaar zijn wij drie weken naar Suriname geweest, waar we zijn ondergedompeld in de cultuur en ik veel heb geleerd dat in het boek is verwerkt. Ik sprak daar met veel mensen, ondermeer uit de Marrongemeenschap, en heb veel van hen geleerd. Wie weet bijvoorbeeld dat Surinamers vaak hun voorouders raadplegen voordat zij een belangrijk besluit nemen? We hebben later met veel plezier en herkenning gekeken naar de documentaireserie ‘Alles is famiri’ van Amber Kortzorg in december en januari:

https://www.bnnvara.nl/suriname/over-alles-is-famiri .

Ons slavernijverleden is een actuele maatschappelijke kwestie, waar ik veel onderzoek naar heb gedaan. De meningen over het onderwerp zijn sterk gepolariseerd: zelfs onder gerenommeerde historici is er strijd tussen diegenen die de slavernij nog immer wegzetten als een geschiedkundig detail en anderen die vinden dat de waarheid nu maar eens moet worden toegegeven.

Hoe zit ik er zelf in? We kunnen het verleden niet afmeten aan hedendaagse normen en waarden, maar zelfs in de historische context is de schaal van de uitbuiting, vernedering en wreedheden in de toenmalige koloniën verbijsterend. En ook was er kritiek op de slavernij, zelfs al in de 17e eeuw, toen sommige predikanten zoals Justus Heurnius en Gisbertus Voetius zich er vanaf de kansel tegen uitspraken. Ook heb ik een citaat gevonden uit een brief van een 18e eeuwse zeeman, die zijn afschuw laat blijken over de omstandigheden aan boord van een slavenschip. Dus laat nu niemand beweren dat slavernij in die tijd zo normaal was dat niemand er om maalde. Dan heb je het toch echt niet begrepen.

uit een brief geschreven op een 18e eeuws slavenschip

Bij mijn interview door het dagblad De Ware Tijd in Paramaribo kreeg ik de vraag of ik de slavernij niet al te veel zou romantiseren. Een terechte vraag, zeker omdat je je zou kunnen afvragen wat mij als ‘witte’ Hollander bezielt om te schrijven tegen de achtergrond van zo’n beladen onderwerp. Mijn antwoord was duidelijk: ik neem in ANANSI geen blad voor de mond over de slavernij. 

Ik zal nog niet te veel over het nieuwe boek vertellen, want dat is een spoiler, maar in de komende tijd zal ik af en toe een tipje van de sluier optillen.