woensdag 1 februari 2023

ANANSI en de slavernij

In november vorig jaar schreef ik overhet hoge woord’, doelend op de destijds aangekondigde slavernijexcuses van de Staat der Nederlanden. Over de datum van 19 december van de excuses van Mark Rutte zijn de meningen in Nederland en het Caribisch gebied verdeeld. Het was passender geweest om hiervoor 1 juli 2023 te kiezen, 160 jaar na het officiële einde van de slavernij, en 150 jaar na het einde van het Staatstoezicht op de vrijgelatenen in 1873.

bron: nationaal archief Curaçao/Caribisch netwerk

Of 19 december uit politiek opportunisme is gekozen, of omdat er voor de kerst nog even een agendapuntje moest worden weggewerkt zullen we waarschijnlijk nooit horen.

Er is een bewustwordingsfonds beloofd, maar wie gaat de nog steeds bestaande maatschappelijke gevolgen van de slavernij aanpakken, de armoede en de ongelijkheid? Daarover blijft het opvallend stil. Ik ben benieuwd of de komma waar Rutte over sprak, de metafoor voor het vervolgtraject van de excuses, een grote ruimhartige komma wordt of een héél klein kommaatje.

Compensatie voor de slavenhouders, niet voor de slachtoffers

In 1863 werden de slavenhouders in Suriname voor hun ‘schade’ gecompenseerd met 300 gulden per vrijgelaten slaaf (als ik het goed begrijp 200 gulden op de eilanden), maar die mensen zelf kregen niets. Zij moesten onder Staatstoezicht nog 10 jaar voor de planters blijven werken tegen een karig loon, en bovendien verviel de zorgplicht van hun voormalige eigenaar. De vrijgelatenen vervielen daardoor in nog grotere armoede en sommigen schijnen erom te hebben gesmeekt om maar weer in slavernij terug te mogen komen. Met de uitbuiting in de koloniën was het ook daarna niet gedaan. Over de contractarbeiders heb ik al geschreven, met de beruchte onderdrukking van de opstand van Mariënburg als voorbeeld.

afschaffing bij wet, 1863

ANANSI

Terug naar mijn nieuwe boek ANANSI, een historische roman tegen de achtergrond van de slavenhandel. Het manuscript ligt inmiddels bij de uitgever, na eerste redactie, vele malen lezen, herlezen en het aanbrengen van honderden kleine correcties. De geplande publicatiedatum is medio juni, kort voor Keti Koti, het feest van de gebroken ketenen. Tevens is de Engelse editie van het boek in vergevorderd stadium. Het plan is om deze na het verschijnen van het Nederlandse boek te publiceren.

coverontwerp

Het boek bevat vele historische elementen, die zorgvuldig zijn onderzocht en aan elkaar gesmeed als achtergrond voor een spannend verhaal. Zo spelen de muiterij in Paramaribo en de moord op Van Sommelsdijck in 1688 er een rol in. Het verhaal begint in Elmina aan de toenmalige Goudkust, het Afrikaanse hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie. Evert Adriaansz is een lastpak, een rebelse Amsterdamse zeeman die naar Elmina is gestuurd na een conflict over de dochter van een van de directeuren van de WIC. Daar aangekomen is hij ontdaan over de gruwelijke excessen van de slavenhandel. Hij zit daar moederziel alleen, zonder vrienden of vooruitzichten, maar na enige tijd ontmoet hij Efua, een jonge slavin.

Elmina, Ghana

Zij voelen zich zich onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken, maar de verboden relatie wordt ontdekt en het meisje wordt voor straf verkocht en op een schip naar Suriname gezet. Evert weet aan boord van een ander schip te komen en gaat na vele omzwervingen naar haar op zoek aan de overzijde van de Atlantische Oceaan, een barre zoektocht in de binnenlanden van het 17e-eeuwse Suriname.

bovenloop van de Surinamerivier bij Gunsi

De rode draad in ANANSI zijn de volksverhalen van de slimme spin Anansi, die in West-Afrika van moeder op dochter worden overgeleverd en met de slavenhandel naar Suriname zijn gereisd. Efua vertelt de verhalen die zij van haar oma heeft geleerd en neemt ze mee naar Suriname. Uiteindelijk zijn de verhalen over Anansi ook de sleutel tot de ontknoping van het boek.

Schrijven en onderzoeken

Hoe gaat het schrijven bij mij in zijn werk? Mijn manuscripten ontwikkelen zich ‘organisch’, als een soort boom met vele vertakkingen in alle richtingen voordat ik weet hoe het verder moet. Aan het begin van het project heb ik nog geen enkel idee hoe het boek gaat eindigen, maar het vervolg ontvouwt zich meestal vanzelf. Vaak krijg ik een ingeving en kan ik weer een paar hoofdstukken verder. En soms heb ik al lang een tafereel voor ogen dat ik ergens in het verhaal een plekje wil geven, zoals de hereniging tussen Mark en Leila in De Batavier, die plaats vindt in een armoedige Griekse dokterspost, waar hij ook zijn dochter voor het eerst ziet.

Voor mijn boeken doe ik veel onderzoek en vaak gaat dat gelijk op met het schrijven. Niet alles kan boekenwijsheid zijn, dus ik ga ook soms ter plaatse indrukken opdoen en met mensen spreken om de basis te leggen voor een authentiek verhaal. Ook gebeurt het omgekeerde, als het verhaal ontstaat naar aanleiding van indrukken die ik ergens op reis heb opgedaan.

slavenkerker in Elmina

Tien jaar geleden bezochten Henriette en ik Ghana, en de afschuw die ik voelde in de slavenkerkers van het WIC-fort in Elmina heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het ontstaan van het thema van ANANSI. Vorig jaar zijn wij drie weken naar Suriname geweest, waar we zijn ondergedompeld in de cultuur en ik veel heb geleerd dat in het boek is verwerkt. Ik sprak daar met veel mensen, ondermeer uit de Marrongemeenschap, en heb veel van hen geleerd. Wie weet bijvoorbeeld dat Surinamers vaak hun voorouders raadplegen voordat zij een belangrijk besluit nemen? We hebben later met veel plezier en herkenning gekeken naar de documentaireserie ‘Alles is famiri’ van Amber Kortzorg in december en januari:

https://www.bnnvara.nl/suriname/over-alles-is-famiri .

Ons slavernijverleden is een actuele maatschappelijke kwestie, waar ik veel onderzoek naar heb gedaan. De meningen over het onderwerp zijn sterk gepolariseerd: zelfs onder gerenommeerde historici is er strijd tussen diegenen die de slavernij nog immer wegzetten als een geschiedkundig detail en anderen die vinden dat de waarheid nu maar eens moet worden toegegeven.

Hoe zit ik er zelf in? We kunnen het verleden niet afmeten aan hedendaagse normen en waarden, maar zelfs in de historische context is de schaal van de uitbuiting, vernedering en wreedheden in de toenmalige koloniën verbijsterend. En ook was er kritiek op de slavernij, zelfs al in de 17e eeuw, toen sommige predikanten zoals Justus Heurnius en Gisbertus Voetius zich er vanaf de kansel tegen uitspraken. Ook heb ik een citaat gevonden uit een brief van een 18e eeuwse zeeman, die zijn afschuw laat blijken over de omstandigheden aan boord van een slavenschip. Dus laat nu niemand beweren dat slavernij in die tijd zo normaal was dat niemand er om maalde. Dan heb je het toch echt niet begrepen.

uit een brief geschreven op een 18e eeuws slavenschip

Bij mijn interview door het dagblad De Ware Tijd in Paramaribo kreeg ik de vraag of ik de slavernij niet al te veel zou romantiseren. Een terechte vraag, zeker omdat je je zou kunnen afvragen wat mij als ‘witte’ Hollander bezielt om te schrijven tegen de achtergrond van zo’n beladen onderwerp. Mijn antwoord was duidelijk: ik neem in ANANSI geen blad voor de mond over de slavernij. 

Ik zal nog niet te veel over het nieuwe boek vertellen, want dat is een spoiler, maar in de komende tijd zal ik af en toe een tipje van de sluier optillen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten