De transatlantische slavenhandel door Nederland heeft al enige tijd mijn bijzondere interesse, omdat ik bezig ben met onderzoek voor een nieuwe roman.
Fort Elmina, Ghana |
Het slavernijverleden van Nederland wordt nog steeds slecht begrepen en erg moeizaam erkend. Zo reageerde onlangs in het Leidsch Dagblad iemand op een artikel van 13 januari in dezelfde krant, waarin de roep klonk om een onderzoek naar het slavernijverleden van Leiden en de plaatsing van een monument.
De strekking van die reactie is verbazingwekkend, want de briefschrijver
begint over de eeuwenlange slavernij in Noord-Afrika van
honderdduizenden (blanke) Europeanen, waar geen aandacht voor
is. Op zich een terecht punt, maar ik weet niet wat dat te maken heeft
met de Nederlandse slavenhandel. Zeker niet als de auteur betoogt dat
onze voorouders de slavernij juist afschaften en je kennelijk blank moet
zijn om slavernij slecht te vinden. Volgens hem was het Westers
kolonialisme daar dus goed voor.
Brief in het Leidsch Dagblad |
Geen woord over het eindeloos traineren van de afschaffing van de slavernij in Suriname door de Staat der Nederlanden in de 19e eeuw, waarbij zelfs 10 jaar na de officiële afschaffing in 1863 de voormalige slaven nog moesten blijven werken voor hun vroegere eigenaar (het zogenaamde 'Staatstoezicht').
Vervolgens gaat de briefschrijver over tot het bekritiseren van onze historici en ‘verenigingsbobo’s’, die (ik citeer) ‘moderne, politiek correcte mensen zijn met een woke-oriëntatie’. Volgens hem is het zo dat de enige slaven die je herdenkt zwart zijn omdat witte slaven de ‘zieligheidsfactor’ van zwarte slaven ontberen!
U leest het goed. Misschien bent ook u verbaasd. Vandaag is mijn beknopte antwoord in het LD gepubliceerd, en ik schrijf het hier nog maar eens op in een wat bredere context, in de hoop dat het door meer mensen gelezen wordt.
hedendaagse slavenmarkt in Libië |
Ja, er verkeerden honderdduizenden geroofde westerlingen in slavernij in Noord-Afrikaanse gebieden, zeelieden en gekaapte inwoners van kustplaatsen, mannen, vrouwen en kinderen. Dat was erg genoeg, en inderdaad mag daar best eens aandacht aan worden besteed. Bijvoorbeeld met een monument in Tanger, Algiers of Tunis, waar die mensen vastzaten en werden uitgebuit. Zodat ook daar het besef groeit van wat er ooit door hen is aangericht. Niet dat ik daar veel hoop op heb, want in het naburige Libië, een ‘failed state’, is de trans-Sahara slavenhandel volgens nieuwsberichten nog steeds aan de orde van de dag. En over de misstanden in de Golfregio zullen we het maar niet hebben.
het overvolle tussendek van een slavenschip |
bron: https://www.joshchalmers.com/
De Noord-Afrikaanse kwestie doet echter niets af aan de grootschalige
transatlantische mensenhandel vanaf ca. 1635, door gewetenloze
Nederlandse handelaren en plantage-eigenaren, die dat ook nog probeerden
te vergoelijken met bijbelteksten in de hand. Lees de geschiedenis er
maar op na.
Het belangrijkste verschil tussen de slavernij onder Arabische
machthebbers en onze niet minder meedogenloze mensenhandel en slavernij
is dat een flink aantal van onze voorouders daar zelf direct of indirect bij
betrokken waren, terwijl ze beter hadden moeten weten. Die waren geen
slachtoffer of toevallige toeschouwer, maar daders, die er bakken met
geld aan verdienden. Ga maar eens kijken in de slavenforten van de WIC in Ghana. Ik
ben er geweest, het stinkt er nu nog steeds naar de ongelukkigen die
daar ooit als beesten werden opgesloten in afwachting van een transport
dat zelfs vee onwaardig was.
slavenkerker in WIC-fort Elmina, Ghana |
Ten aanzien van de relatie tussen de koloniale tijd en de slavernij kan alleen maar geconcludeerd worden dat de twee hand in hand gingen. Afrika (dat geldt tevens voor Zuid Oost Azië) werd eeuwenlang beschouwd als een roofgewest, waar je grondstoffen, tropische producten en mensen kon halen in een met militaire middelen afgeschermde markt. De VOC en de WIC hadden daartoe een eigen leger en marine, evenals de al even vermaledijde Sociëteit van Suriname. Rond 1775 was de Schots-Nederlandse officier John Gabriël Stedman in Suriname om een slavenopstand te helpen onderdrukken. Blijkbaar was hij oprecht ontzet over de toestand die hij daar aantrof, en later schreef hij een boek dat uiteindelijk de antislavernijbeweging zou ondersteunen.
Gruwelijk beeld uit het boek van John Stedman over Suriname, eind 18e eeuw. |
Na de opheffing van de VOC, de WIC en de Sociëteit van Suriname in de Franse tijd nam het Koninkrijk der Nederlanden (1815) deze overheersing naadloos over, totdat de Surinaamse slavernij onder internationale druk in 1863 werd opgeheven. Ter compensatie van het resulterende tekort aan arbeidskrachten op de plantages werden contractarbeiders uit het toenmalige Brits-Indië, China, Nederlands-Indië (Chinezen en Javanen) en het Midden-Oosten naar Suriname gehaald. Ook over het daarbij gedane onrecht is het nodige te zeggen.
Het is dus niet dank zij, maar eerder ondanks de koloniale overheersing dat de slavernij werd afgeschaft. Afrika is na eeuwenlange uitbuiting nog steeds een achtergesteld werelddeel, waarin het merendeel van de bevolking weinig bestaanszekerheid kent. Intussen gaat een nieuwe vorm van kolonialisme (door Westerse multinationals en Chinese bemoeienis) onverminderd door. Die achterstand is een van de redenen van de massale migratie vanuit Afrika naar Europa en de daaruit ontstane mensenhandel.
De gevolgen klinken nog steeds door in onze hedendaagse cultuur en samenleving. Kijkt u ooit met andere ogen naar iemand met een donkere huidskleur dan naar een witte voorbijganger? Alleen maar omdat zo iemand er anders uitziet, of zit het misschien na eeuwen van onbetwiste superioriteit nog steeds in de witte genen?
De slavernij bestond misschien niet in onze naam, maar wij mogen er best een monument en excuses aan wijden. Ook in mijn woonplaats Leiden. Dat heeft niets te maken met een ‘woke gedachtengoed’ of de ‘zieligheidsfactor’ van zwarte slachtoffers zoals die briefschrijver in het LD meent, maar met historisch besef en vooral, met normaal menselijk fatsoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten