Tot mijn plezier blijkt ANANSI goed aan te slaan bij mijn lezers. De eerste oplaag van 250 exemplaren is al vrijwel uitverkocht. Een klein deel is als presentie- en recensie-exemplaren weggegeven, maar het merendeel is verkocht via de boekhandel, aan de bibliotheken en door privéverkoop. Er zal op korte termijn een tweede oplaag moeten worden besteld bij de drukker.
Van mijn eerste roman De Batavier (2019) resten nog ongeveer 40 exemplaren, de helft bij de uitgever en de helft bij mij. Af en toe wordt er daar nog een van verkocht. Bij Het Transport en Drie Meter Zand (respectievelijk 3 en 4 sterren in de VN thrillergids) slaat de schaarste toe: wie nog een exemplaar wil bemachtigen, zal zich moeten haasten, want er zijn van beide nog slechts enkele beschikbaar. Misschien dat ik daar nog een oplossing voor zoek, echter pas nadat alle exemplaren zijn verkocht. Er liggen er nog een paar bij de havenwinkel in jachthaven Andijk.
ANANSI is dus prima ontvangen, zowel bij Nederlandse als Surinaamse lezers. Zo vertelde iemand mij dat het boek leest als een trein, en (over treinen gesproken) een andere lezer was zo verdiept in het verhaal, dat ze bij haar bestemming vergat uit te stappen en pas bij haar positieven kwam toen de trein weer de andere kant op begon te rijden! Nu is dat ook niet helemaal de bedoeling, maar het was wel een leuke anekdote…
De Engelse vertalingen van de vier boeken zijn inmiddels beschikbaar als paperback en Kindle e-book via Amazon. Dat verkoopt nog slecht, maar ik heb nog niets gedaan aan promotie-activiteiten bij Amazon. Dat ziet er een beetje schimmig uit, omdat je daar kunt adverteren, maar dan betaal je per muisklik op het boek op hun website.
Presentaties en andere promotie-activiteiten
Onlangs heb ik een presentatie gehouden van ANANSI in het
wijkcentrum van de buurt waar ik woon. De opkomst was uitstekend: ongeveer 20
mensen kwamen naar mij luisteren. En aanstaande zaterdag (28 oktober) houd ik
een korte presentatie en signeer ik boeken bij boekhandel De Kler in
Oegstgeest. Er is daar al één exemplaar van ANANSI gereserveerd. De aankondiging is ook gedaan op het Platform Kunst, Cultuur en Erfgoed Oegstgeest:
Tevens heb ik contact gezocht met de openbare bibliotheek in Oegstgeest, om daar te zijner tijd een lezing te geven over de Anansi-verhalen en de slavernij. Die zal dieper ingaan op de achtergronden van mijn onderzoek, waarin ik verschillende verrassende ontdekkingen deed. Ik wacht met belangstelling op antwoord.
Daarnaast liggen er vermoedelijk nog enkele andere presentaties in het verschiet, waar alleen nog maar een voorzichtige verkenning voor is geweest.
Het slavernijdebat duurt nog immer voort
Onlangs verscheen er in het Leidsch Dagblad iets over de wens om in Leiden te komen tot een slavernijmonument. Dat is al jarenlang een heet hangijzer en onderwerp van veel strijd. Moet er wel zo’n monument komen? Hebben we niet al genoeg slavernijmonumenten in Nederland? Of moet het een algemeen monument worden voor het hele koloniale verleden? En hoe groot was de betrokkenheid van Leiden bij de slavernij? Er is een onderzoek gaande, dat over een jaar (…) uitsluitsel moet geven. We zullen het zien.
De gemoederen raakten weer behoorlijk verhit na dat artikel, want een inmiddels bekende tegenstander van alle aandacht voor het slavernijverleden stuurde weer eens een brief naar de krant waarin hij zijn mening niet onder stoelen of banken stak, zie onder, klik voor vergroting (uiteraard geanonimiseerd).
Begin 2022 schreef hij al over de zieligheidsfactor van zwarte slaven in Suriname, en nu weer ziet hij slavernij als een (ik citeer maar weer) ethisch neutrale economische relatie. U leest het goed. Een ethisch neutrale economische relatie? De levensverwachting van een gezonde jonge man, die als ‘veldslaaf’ op een suikerplantage moest werken, was volgens sommige bronnen 8 jaar. Niet erg ethisch, vrees ik.
In twee opzichten heeft hij wel gelijk. Slavernij is van alle tijden, en onze hedendaagse welvaart is gebouwd op de slavernij uit het verleden. Daar is geen speld tussen te krijgen, maar vooral het laatste keert zich tegen hemzelf, omdat juist daarom erkenning is vereist en geen doofpot.
Mijn reactie verscheen vanmorgen in de lezersrubriek, tezamen met een brief van iemand van deels Antilliaanse afkomst, die het met deze tegenstander eens is. Op zich heeft zij wel een goed argument (er moet meer aandacht zijn voor discriminatie in de maatschappij), maar ze vindt dat de protagonisten van het slavernijdebat teveel in de slachtofferrol gaan zitten. Nu mag je dat vinden, maar helaas ben ik een andere mening toegedaan. Juist die discriminatie is (mede) het gevolg van de slavernij en ontmenselijking van hun voorouders.
Toevoeging 26-10-2023: onlangs is door het Agency For Fundamental Rights (FRA) van de Europese Unie een rapport gepubliceerd getiteld 'Being Black in the EU'. Dit geeft onomwonden weer hoezeer discriminatie mensen van Afrikaanse afkomst nog steeds parten speelt, en dat dit de afgelopen jaren is toegenomen. Ik kwam erachter door een bericht op de NOS-website.
Dus wat is nu het probleem met de herdenking van het slavernijverleden? De auteur van het stuk over de ‘ethisch neutrale relatie’ vindt dat we onze kinderen een schuldgevoel aanpraten met monumenten en herdenkingen. Dat is nu net niet de bedoeling, hoewel hij het zo lijkt te voelen. Het moet in de geschiedenisboekjes staan en ruiterlijk worden erkend. Daar hebben monumenten en herdenkingen een functie in. Persoonlijk voel ook ik mij niet schuldig of aangesproken. Ik ben alleen onthutst door de verschrikkingen uit het verleden, omdat ik mij erin heb verdiept bij het schrijven van mijn boek.
Misschien moeten anderen dat ook eens doen, voordat ze zich uitspreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten